Koude pizza
Ongeveer vier maanden van tevoren had ik mijn reanimatie
diploma gehaald samen met mijn moeder. Ik heb hem gehaald omdat het mij
interessant leek, niet omdat ik verwachtte het nodig te hebben.
Het gebeurde in mei 2011, ik was dertien jaar oud. Ik
kwam net terug van vakantie met mijn familie en we wilde het leuk afsluiten dus
gingen we uiteten in een Italiaans restaurant in Uitgeest genaamd ‘Le Mimose
Ristorante Pizzeria’. Van het eten zelf kan ik me weinig herinneren. Ik heb
vast pizza gegeten.
Volgens mij had ik nog geen drie happen genomen toen ik
het uit mijn ooghoek zag gebeuren. Hij zat twee tafels verderop. Ik schatte hem
een jaar of tachtig. Hij maakte rare bewegingen met zijn hoofd en mond alsof
hij een goudvis imiteerde. Snel concentreerde ik me weer op mijn bord. Ik wist
al hoe laat het was maar ik wilde gewoon niet dat het ging gebeuren. Niet nu
onder het eten. Ik heb er altijd een hekel aan als er iemand aanbelt onder het
eten of als de telefoon gaat wanneer je net een hap hebt genomen en je je
verstaanbaar probeert te maken langs het enorme stuk broccoli in je mond. Maar
dit vond ik de slechtste timing ooit. Zit je lekker pizza te eten, besluit
meneer van twee tafels verderop onwel te worden.
Voor ik het wist lag meneer op de grond en had de
Italiaanse eigenaresse de alarmcentrale aan de telefoon. “Kan er hier iemand
reanimeren?” gilde ze, met de telefoon nog aan haar oor. Ik keek om me heen om
te zien of iemand zijn hand op zou steken. Alsjeblieft laat iemand zijn hand op
steken. Mijn moeder en ik waren de enige die konden reanimeren. Later kreeg ik
te horen dat de Italiaanse eigenaresse zelf hartpatiƫnt was, maar ze had
niemand om haar heen die kon reanimeren en ze had ook geen AED klaar liggen.
Echt te bizar voor woorden.
Ik wist dat de man, vanaf het moment dat zijn hart stil
stond, nog maar tien minuten te leven had. Elke minuut die voorbij gaat, na een
hartstilstand, verlaagd de kans met tien procent dat de betreffende persoon zal
overleven. Dus ik stak mijn hand in de lucht en vertelde dat mijn moeder en ik
konden reanimeren.
Er werd iemand weggestuurd om een AED te halen. Mijn
moeder en ik startten de reanimatie. Dit gaat als volgt. Ons ezelsbruggetje is
‘dertig om twee’, dat wil zeggen dat je dertig borstcompressies moet uitvoeren
vervolgens twee keer mond-op-mond beademing moet doen en dan weer dertig
borstcompressies. Iedere twee minuten wissel je om, want, zoals mijn
instructeur dat altijd zo leuk zei, reanimatie is topsport. Je moet op een
frequentie van honderdtwintig borstcompressies per minuut zitten. Hoe kun je
weten of je goed zit? Heel simpel. Je houdt je gewoon aan het tempo van het
liedje “Stayin’ alive” van Bee Gees (1977). Als dat niet sfeervol genoeg is dan
weet ik het ook niet meer.
Je mag pas stoppen wanneer een hulpverlener het van je
over neemt, dit duurde, voor mijn gevoel, een eeuw maar uiteindelijk werd ik
afgelost door een motoragent. Meneer heeft het avontuur overleefd, waar ik natuurlijk
ontzettend blij mee was. Verging ik gelukkig niet voor niets van de spierpijn
de volgende dag.
Nadat de ambulance vertrokken was werden alles stoelen en
tafels weer recht gezet, iedereen zat nog na te trillen van de schrik en ik
kwam tot de conclusie dat ik nog best trek had. Jammer, mijn pizza was koud.
Door: Iza Hogenelst